Voorbeelden van het gebruik van Komen wonen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik heb eens nagedacht: misschien kan ik bij jou komen wonen.
Misschien zou ik bij jou moeten komen wonen.
Bent u hier onlangs komen wonen?
Wij denken dat jullie bij ons moeten komen wonen.
Ze kan bij ons komen wonen.
Wil je bij mij komen wonen?
We zijn hier donderdag komen wonen.
Misschien moet je bij mij komen wonen.
Kan je bij mij komen wonen.
Wil je niet bij mij komen wonen?
Toen ik mijn appartement wou verlaten en hier komen wonen.
Hij en zijn moeder kunnen bij me in het buurthuis komen wonen.
Daarom mag jij in mijn extra slaapkamer komen wonen en mij huur betalen.
Ik wil bij jou komen wonen.
Echt, je moet hier komen wonen.
oom in Nanjing willen hier komen wonen.
Ik vroeg of je bij me wilde komen wonen en je zei nee.
Je kunt ook bij mij komen wonen.
Ik kan bij jou komen wonen.
Je kan bij mij en mijn zusters komen wonen. Je zult het goed hebben.