Voorbeelden van het gebruik van Moet slapen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Niet doen, je moet slapen.
Dat arme ding moet slapen.
Je moet slapen.
Het is nog vroeg, je moet slapen.
U moet slapen, Lady Lola.
Denk je niet dat je moet slapen?
Ik krijg je niet weg, maar je moet slapen.
Ik denk dat je wat moet slapen.
Je moet slapen.
Wees overigens niet bang dat je in een klein houten hutje moet slapen.
Mikey moet slapen.
Ik moet slapen, maar toch bedankt.
Je moet slapen.
Je moet slapen, oké?
Moet slapen. Slapen. .
Je moet slapen.
Ik moet slapen, dus je moet gaan.
Ik moet slapen. lk zie je morgen.
Simon moet slapen.
Je moet slapen.