Voorbeelden van het gebruik van Vullen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We vullen de kluis met zakken vol noten.
Je kan een stadion vullen met alles wat jij niet weet.
We vullen een tafel met alle ingedienten nodig voor een heerlijke pizza.
We vullen het bovenste quadrant van de billen met eigen vet.
Jullie die de Kerken vullen, zo hoogdravend en zo trots.
We vullen de grote pan met water
We vullen die holle boom!
En dan… vullen we je weer met ons eigen bloed.
We kunnen 't zwembad vullen, en we eten drie keer per dag.
We vullen 't zwembad, en eten drie keer per dag.
We vullen de tank met gas.
Niet nadenken, vullen.
Met wat ik niet weet, kun je dit hele boek vullen.
Ja, ik kan wel een kadetje vullen.
Elke granaat heeft een cilinder die we vullen met vloeibaar amatol.
Hier. Vullen.
Waarom moet je de hele waterkoker vullen voor een kopje thee?
Alleen zo zal je hart zich met vrede en vreugde vullen.
Wat wij aan jullie zullen geven zal jullie Wezens vullen met hernieuwde hoop.
Enkele van onze kamers beschikken over een minibar die wij vullen op aanvraag.