Voorbeelden van het gebruik van Wind in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik zal lopen en de wind door mijn beenharen laten blazen.
We zien de wind van verandering door het Midden-Oosten waaien.
Water, zand, wind, onuitputtelijke bronnen om te ontspannen.
Nu de wind sneller in vergelijking met voorgaande jaren.
Offshore wind bij Waialua Rivermouth blaast uit het NW.
Te veel wind voor het strand?
De wind, de kou.
Of is het vanwege de wind die waait uit de richting van Kaazimah.
De wind door je haar, de zon op je gezicht.
Een wind vanuit de Oostzee. Een sneeuwstorm in juli.
Voel je die wind door je gezicht als we rijden?
Ze draait naar de wind, met volle zeilen.
Wind valstrikken!
De wind maakte 't extra leuk.
Of is het de wind? Onderweg stuit ik op allerlei herinneringen?
Draai de wind om langzamer te gaan!
We kunnen net zo goed tegen de wind in roepen.
Nu de heksen. De heksendans. Voel de wind.
Ze slaapt met de wind mee en zo.
Om niet meer te zijn dan stof voor de wind.