Voorbeelden van het gebruik van Dat is voorbij in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dat is voorbij.
Dat is voorbij, zoals ik je zei.
Manny, dat is voorbij.
Dat is voorbij.
Dat is voorbij, Lynn. Ik probeer enkel mijn leven weer op te pakken.
Dat is nu voorbij. Je zult nooit meer geldproblemen hebben.
Nee, dat is voorbij.
Goddank, dat is voorbij!
Dat is voorbij.
Maar dat is voorbij.
Niet meer van:'Dat is gelukkig voorbij.'.
Maar dat is voorbij?
Maar dat is voorbij. Keelontsteking?
Nee, dat is voorbij.
Dus dat is voorbij.
Dat is voorbij.
Dat is voorbij.
Dat is voorbij met Roseanna, niet mijn beslissing overigens.
Dat is voorbij de deadline, Cam.
Dat is voorbij.