Voorbeelden van het gebruik van Hard zijn in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
We moeten hard zijn.
Het leven kan hard zijn.
Ik wil hard zijn.
En ze moet ook hard zijn voor mij.
Je kunt zo hard zijn.
De middelbare school kan hard zijn.
Vooral hard zijn de benen, die een dagelijkse belasting op de gewrichten….
Zonder gist zou brood plat en hard zijn.
Ironie kan heel hard zijn.
ik zal niet te hard zijn.
De wereld daarbuiten die kan hard zijn.
Kwaadaardige schurken kunnen zo hard zijn.
Matan kan hard zijn voor nieuwelingen.
Maar ik zal hard zijn, pap.
Het moet hard zijn om zo lang weg te zijn van je dochter.
Ik kan hard zijn, niet waar, zuster?
Dit moet hard zijn om te horen.
Moet hard zijn voor 'n vrouw alleen in dit land.
Ik wil niet hard zijn, maar we hebben hier geen show.
Het moet hard zijn voor jou wat er gebeurd is, dan.