HIJ HAD IETS - vertaling in Spaans

tenía algo
u de hebben iets
wel iets
ik iets
iets krijgen
even wat
het bezitten van iets
ik wat
we iets
había algo
er iets
iets zijn
iets hebben
nog
toch iets
eerder iets
tuvo algo
u de hebben iets
wel iets
ik iets
iets krijgen
even wat
het bezitten van iets
ik wat
we iets

Voorbeelden van het gebruik van Hij had iets in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Maar hij had iets met gedichten.
Pero él tenía esta cosa por… los poemas, la poesía.
Hij had iets in een papieren zak.
Sí. Llevaba algo en una bolsa de papel.
Hij had iets in Zijn gedachten dat Hij zou gaan doen.
El tenía algo en Su mente que iba a hacer.
Hij had iets anders.
Tenía cosas que hacer.
Hij had iets groters nodig.
Necesitaba algo más grande.
Hij had iets voor AJ en voor Meadow.
Trajo algo para A.J. Y para Meadow.
Hij had iets met een getrouwde vrouw.
Tenía un amorío con una mujer casada.
Hij had iets met me te bespreken.
Tenía unas cosas que preguntarme.
Hij had iets te doen.
Tenía cosas que hacer.
Nee, hij had iets meer overtuiging nodig.
No, necesito algo más de persuasión.
Hij had iets tegen New York, weet je?
El tenía esa cosa con Nueva York,¿verdad?
Hij had iets met zijn leven kunnen doen.
Pudo haber hecho algo con su vida.
Hij wist… hij had iets heel erg fouts gedaan.
Él supo… que había hecho algo terriblemente malo.
Hij had iets bij Zich om elk woord dat Hij zei te ondersteunen.
Él tenía algo con Él que respaldaba toda palabra que Él decía.
Hij had iets om zijn geloof op te baseren.
El tenía algo en qué basar su fe.
Hij had iets wat 't goedmaakte.
Tenía un rasgo que lo redimía.
Hij had Iets dat zou gaan tussen hem en hun moeiten.
El tenía algo que iría entre él y sus problemas.
Hij had iets echts en waarachtigs.
Él tenía algo real y genuino.
Maar hij had iets met meer kansen nodig.
Pero él necesitó algo con más oportunidades.
Hij had iets… bijzonders, iets gevoeligs.
Había algo en él, una sensibilidad.
Uitslagen: 85, Tijd: 0.0686

Hij had iets in verschillende talen

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans