Voorbeelden van het gebruik van Ik leren in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Maar dat doe jij ook… en daar heb ik mee leren leven.
Ik leren gokken op boot.
Hier zal ik nooit leren brullen.
Maar ik heb leren lapdancen.
Maak je geen zorgen. Bij het verzet heb ik berichten leren camoufleren.
Wat moet ik leren, Masu?
Het was zijn droom dat ik zou leren lezen en schrijven.
Zal ik ooit leren minder verlegen te zijn?
dan kan ik je leren gokken.
In dat geval zou ik ook leren zingen.
Meneer Fawlty, maar ik leren.
Wanneer ga ik leren je niet te trotseren?
Jesse James en ik leren mekaar nog kennen. We tasten mekaars strategie af.
Ik wil leren surfen.
Hoe moet ik iemand leren vechten met een armband?
Hoe kan ik leren om zelf te zwemmen?
Hoe moet ik iets leren als je het mij zo makkelijk maakt?
Hoe kan ik leren om hem te vertrouwen?- Bezorgde vrouw.