Voorbeelden van het gebruik van Wil scheiden in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ze is verhuisd en wil scheiden.
Mijn vader wil scheiden.
Dat kreng wil scheiden.
Mijn vrouw wil scheiden.
Ik wil scheiden, hoe doe ik dat?
Ik wil scheiden, maar….
Elena wil scheiden, zeggen de buren later.
Hij is degene die wil scheiden, zij niet.
Mijn vrouw wil scheiden wat zijn mijn rechten.
Maar als de ongelovige partij wil scheiden, moet dat maar gebeuren;
Alon vertelt me dat die koe wil scheiden.
Mijn collega Lehmann wil scheiden en is nogal van streek.
Mijn collega Lehmann wil scheiden en is nogal van streek.
Jenny wil scheiden.
Het leven van een man verandert dramatisch als zijn vrouw met hem wil scheiden.
Dat Elizabeth wil scheiden omdat jij je mond niet kon houden.
Susan wil scheiden.
Hij wil scheiden.
Elizabeth wil scheiden.
Soms denk ik dat hij van me wil scheiden.