Voorbeelden van het gebruik van Zeg op in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Zeg op, Daniel.
Zeg op, wie is deze prachtige indringster?
Zeg op: wie bedient uw programma?
Zeg op, man!
Zeg op, waarom doen we dit?
Zeg op, dan.
Zeg op. Wat heb ik fout gedaan?
Zeg op, dan. We is de echte Borgia?
Zeg op, rendierenman. Wat is er aan de hand?
Zeg op, anders bijt ik je oor eraf en maak er een laars van.
Zeg op, of zing voortaan sopraan.
Zeg op, wie is het?
Zeg op, nikker. Waar is ze?
Zeg op. Wat is je codenaam?
Zeg op, vuile hoer.
Zeg op, waar is Capone?
Zeg op, of ik ruk je ballen eraf.
Phillip, zeg op. Heb je enig idee
Vooruit, meid, zeg op.
Nee, zeg op.