CANTAR - vertaling in Nederlands

• zingen
• zing
• zang
• lied
• gezang
• chanten
• meezingen
• zingt
• zong
• zongen
• chant

Voorbeelden van het gebruik van Cantar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Vuelves al cabaret a cantar otra vez?
Weer die cabaret zingende kwelling? Weer een nep vriend?

Kelly, lo tuyo es el escenario, cantar ante miles de personas.
Kelly, jij hoort thuis op het podium, al zingend voor duizenden mensen.

Probablemente por uno de mis dobles acabando de cantar una canción.¡Sí.
M'n dubbelganger heeft vast een liedje gezongen.

Caja de música de rara Karl Griesbaum Silver cantar pájaro autómata.
Zeldzame Karl Griesbaum Silver zingende vogel automaat muziekdoos.

Llevo dos años sin cantar.
Ik heb al twee jaar niet gezongen.

Me hacían cantar mucho Mozart.
Ik heb ontzettend veel Mozart gezongen.

A pesar de que no conseguimos cantar feliz cumpleaños a Ryder.
Hoewel we geen Happy Birthday gezongen hebben voor Ryder.

Así acabamos de cantar antes del Evangelio.
Dat hebben wij daarnet, vlak voor het Evangelie, gezongen.

Que los animales del bosque cantar la canción de primavera!
Laat de bos dieren zing het lied lente!

Deberías cantar en una canción.
Je moet meezingen op een nummer.

Solo me gusta cantar contigo.
Ik zing gewoon graag met jou.

Me gusta mucho cantar este repertorio.
Ik zing dat repertoire gewoon heel graag.

Ya puede cantar Maggie Blues.
Hij kan meezingen met Maggie Blues.

¿Sabéis cantar?
Kunnen jullie zingen?

Me encanta cantar villancicos.
Ik zing graag kerstliedjes.

Todos necesitan cantar, papá.
Iedereen moet meezingen, vader.

Deberíamos… cantar algo o?
Dus zullen we iets zingen?

Me gusta cantar en coros.
Ik zing graag in een koor.

¿Te gustaría cantar… Duérmete?
Wil je meezingen?

Puedes cantar, chico?
Kun jij zingen, knul?