MARCHABA - vertaling in Nederlands

ging
ir
pasar
salir
entrar
continuar
marchar
seguir
empezar a
adelante
volver
marcheerde
marchar
de marcha
desfilan
vertrok
dejar
partir
marchar
abandonar
despegar
salen
vamos
salidas
irse
irte
wegging
fuiste
marchó
dejó
se fue
salió
ibas a ir
irse
liep
caminar
correr
pie
ejecutar
pasear
funcionar
funcionamiento
andando
van
están
marcheren
marchar
de marcha
desfilan
liep weg
huyen
alejan
escapan
del camino que camina
a pie lejos
se marchan
verliet
dejar
salir
abandono
ir
salida
abandonado
desierta
salgan
desolado
irse

Voorbeelden van het gebruik van Marchaba in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Todo marchaba bien hasta que este luchador… lo arruinó todo.
Het ging allemaal prima, totdat die worstelfreak alles verpestte.
Se marchaba con Tripp.
Ze zou er vandoorgaan… met Tripp.
Todo marchaba tan bien que hasta había olvidado lo que él era.
Het ging zo goed, dat ik haast z'n beroep vergat.
Zack estuvo más temprano y me dijo que se marchaba de la ciudad.
Zack was hier eerder en zei dat hij de stad gaat verlaten.
Creí que todo marchaba bien.
Ik dacht dat het goed ging.
Quería ver cómo se marchaba.
Ik wilde u uitzwaaien.
¿Sabías que se marchaba con él?
Je wist dat ze met hem weg ging?
No sabías que se marchaba,¿verdad?
Wist je niet dat hij weg ging?
Dijo que se marchaba.
Hij zei dat ie weg ging.
A veces se marchaba de viaje durante semanas.
Soms was ze wekenlang weg voor een uitstap.
Creí que no se marchaba nunca.
Ik dacht dat hij nooit zou ophoepelen.
Le disparaste a un hombre desarmado por la espalda mientras se marchaba.
Je hebt een ongewapende man in de rug geschoten terwijl hij wegliep?
Por si no me marchaba contigo.
Voor het geval ik niet met jou zou vertrekken.
me dijo que se marchaba.
wilde hij weggaan.
con la primera vuelta disputada, ya marchaba 24ª.
de eerste ronde betwiste, en marcheerden 24e.
Nos preguntó qué tal marchaba la lección, y nosotros le contestamos que estaba a punto de finalizar.
Hij vroeg ons hoe het met de les ging en wij vertelden hem dat ze bijna klaar waren.
quien siempre corría y marchaba sin calcetines, con zapatos cuyo olor daba fe de ello.
rende en marcheerde altijd zonder sokken, en had schoenen met een geur die dat bewees.
Todo marchaba muy bien, y entonces me pidió si podía conseguir algo de coca.
Alles ging goed tot ze me vroeg om wat cocaïne voor ons te scoren.
A finales de 1747, Celeron marchaba con más de 200 soldados franceses…
Eind 1747 marcheerde Céleron met 200 Franse soldaten
El viernes me marchaba a Francia, tenía,
Op vrijdag vertrok ik voor Frankrijk, had,
Uitslagen: 134, Tijd: 0.1083

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands