CATCH in Dutch translation

• vangen
• pakken
• vang
• betrappen
• catch
• zien
• halen
• de vangst
• vatten
• krijgen
• grijpen
• vangbal
• oplopen
• addertje

Examples of using Catch in English and their translations into Dutch

I'm gonna catch a bus back to D.
Ik ga een bus halen, terug naar DC.

I catch and kill them.
Ik vang ze en dood ze.

The You Catch It, You Keep It guy.
De'you catch it, you keep it' man.

They will execute you.- If they catch you.
Als ze je betrappen, word je geëxecuteerd.

And I could catch a fish for you.
En ik kon een vis voor je vangen.

Hakan can't catch me!
Hakan kan me niet pakken.

Catch the fish before your HP is gone.
De vangst van de vis voordat de hp is verdwenen.

I will catch him, Miss Fisher!
Ik zal hem vatten, Miss Fisher!

Catch this, Annie!
Vang dit, Annie!

They mustn't catch you helping me.
Ze mogen niet zien dat je me helpt.

We had to catch a train at 10.30.
We moesten een trein halen om 10.3.

Catch, it's me.
Catch, met mij.

They catch you lying, you get fired.
Als ze je betrappen op een leugen ben je ontslagen.

Although the cat can catch the rat.
Al kan de kat de rat vangen.

Okay. Hakan can't catch me!
Oké. Hakan kan me niet pakken.

Catch the infection and fight the dead now!
De vangst van de infectie en de strijd van de dood nu!

No catch, you're already in.
Geen addertje, je bent al binnen.

His boots catch fire!
Zijn laarzen vatten vlam!

Hunt him out, catch him, and beat him.
Jaag hem op, vang hem en sla hem.

Don't let Pop catch you talking to that.
Laat paps niet zien dat je daarmee praat.