RECORD in Dutch translation

['rekɔːd]
['rekɔːd]
plaat
plate
record
album
sheet
slab
board
release
plaque
disc
opnemen
record
include
take
withdraw
absorb
incorporate
answer
capture
inclusion
tape
strafblad
record
rap sheet
criminal history
prior
prior criminal record
dossier
file
record
case
chart
album
record
release
verslag
report
record
registreren
register
record
registration
log
sign
duidelijkheid
clarity
record
just to be clear
clarification
transparency
clearness
clarify
opname
recording
absorption
inclusion
tape
uptake
shot
intake
withdrawal
admission
rapture
noteer
cd

Examples of using Record in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Can't find any record of Elizabeth giving birth.
Ik kan geen enkel verslag vinden over Elizabeth die bevalt.
Finding a record online is going to be a miracle.
Een dossier online vinden zal een mirakel zijn.
That Animal Collective Record,- Cheers.- Cheers.
Die plaat van Animal Collective. Proost.
He had a record, and he ran.
Hij had een strafblad en hij vluchtte.
All the cameras in the world will record you.
Alle camera's in de wereld zullen je opnemen.
You can't even break the record.
Je kan zelfs het record niet breken.
We record the food we eat.
We registreren het voedsel dat we eten.
And for the record, you humiliated my husband.
Voor de duidelijkheid, je vernederde m'n man.
And had every record of your experiments sealed.
En elk verslag van je experimenten was verzegeld.
House. I made the record in my.
Ik maakte het album in m'n huis.
His record is absolutely clean.
Zijn dossier is absoluut schoon.
It was the record of the moment for him.
Het was de plaat van het moment voor hem.
That means she has a record.
Dat betekent dat ze een strafblad heeft.
We can't record here.
We kunnen hier niet opnemen.
A new league record.
Een nieuw league record.
Record their activities-and even communicate via two-way audio.
Registreren hun activiteiten-en zelfs via twee-weg audio communiceren.
For the record, I fired Phil.
Voor alle duidelijkheid, ik heb Phil ontslagen.
We have no record of your residence.
Wij hebben geen gegevens van uw woonadres.
This is a record of the dead.
Dit is een verslag van de doden.
I made the record in my house.
Ik maakte het album in m'n huis.
Results: 23292, Time: 0.078

Top dictionary queries

English - Dutch