TASKED in Dutch translation

[tɑːskt]
[tɑːskt]
belast
tax
burden
charge
strain
taxation
entrust
load
encumber
pollute
incriminate
taak
task
job
duty
role
responsibility
mission
function
assignment
opdracht
assignment
order
command
contract
mission
task
job
behalf
mandate
remit
opgave
task
problem
indication
challenge
statement
assignment
declaration
list
exercise
giving
tasked
taken
task
job
duty
role
responsibility
mission
function
assignment
belastte
tax
burden
charge
strain
taxation
entrust
load
encumber
pollute
incriminate

Examples of using Tasked in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Their bite is tasked only to intimidate.
Hun beet is alleen de opdracht om te intimideren.
She's tasked with a murder.
Ze is belast met moord.
This institution is also tasked with developing standards for supervision.
Deze instelling heeft ook de taak om toezichtstandaarden te ontwikkelen.
Good, because SECNAV tasked me to solve this case.
Goed, want SecNav gaf mij de opdracht deze zaak op te lossen.
I'm tasked with balloons.
Ik ben belast met ballonnen.
You're not tasked to do this.
Dit is niet jouw taak.
The Emperor has tasked us with an important errand.
De Keizer heeft een belangrijke opdracht voor ons.
I was tasked with their extraction.
Ik werd belast met hun extractie.
Ms. Taylor, you tasked me with handling your security.
Miss Taylor, u gaf me de taak om u te beveiligen.
Franklin tasked Betsy and me with hiding medical supplies.
Franklin gaf Betsy en mij de opdracht de medische voorraden te verbergen.
Stephen was tasked with the allocation of the rooms.
Stephen was belast met de toewijzing van de kamers.
So tenzin tasked jinora, ikki, and meelo.
Tenzin gaf Jinora, Ikki, en Meelo de taak de Avatar te zoeken.
I have been tasked with cleaning up the fallout.
Ik ben belast met het opruimen van de restjes.
Undergoing evaluation. We are but servants tasked with finding you.
Ze ondergaan een evaluatie. We zijn slechts dienaren die de taak hebben om jou te vinden.
Affirmative. I am tasked with her final transit home.
Affirmatief. Ik werd belast met haar laatste reis naar huis.
We are but servants tasked with finding you.
We zijn slechts dienaren die de taak hebben om jou te vinden.
I am tasked with her final transit home. Affirmative.
Affirmatief. Ik werd belast met haar laatste reis naar huis.
Anzio. We were part of the main force tasked with… defending….
We behoorden tot de hoofdmacht die de taak had Anzio te verdedigen.
The Quaestors were tasked with financial supervision.
The Quaestors waren belast met het financieel toezicht.
You are tasked to protect the castle from dragon attacks.
U wordt belast om het kasteel tegen draakaanvallen te beschermen.
Results: 571, Time: 0.0504

Top dictionary queries

English - Dutch