TIME TO REST in Dutch translation

[taim tə rest]
[taim tə rest]
tijd om te rusten
time to rest
time to relax
tijd voor rust
time for rest
sleeping time
tijd om rest
tijd om te gaan slapen
time to go to sleep
time to sleep
time to go to bed
's time for bed
time to go night-night
time to hit the hay
sleepy time
time to rest

Examples of using Time to rest in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
We have no time to rest.
We hebben geen tijd om te rusten.
No time to rest… today Matt celebrates his seventieth birthday.
Tijd om uit te rusten is er niet… Matt viert vandaag zijn zeventigste verjaardag.
We don't really have time to rest.
We hebben geen tijd om te rusten.
It's not time to rest yet.
Het is nog geen tijd om uit te rusten.
Any process of creation needs time to rest.
Elk proces van creatie heeft tijd nodig om te rusten.
Your brain needs time to rest and recuperate.
Je brein heeft tijd nodig om te rusten en te recupereren.
But any process of creation needs time to rest.
Maar elk proces van creatie heeft tijd nodig om te rusten.
That means time to rest and to digest all these experiences.
Dat betekent: even tijd om uit te rusten en al die ervaringen te laten bezinken.
Give yourself time to rest and renew.
Geef jezelf tijd te rusten en hernieuwen.
You should always find time to rest, otherwise life becomes pointless.
Je moet altijd de tijd om rust te vinden, anders wordt het leven zinloos.
You should always find time to rest, otherwise life loses its meaning.
Je moet altijd de tijd om rust te vinden, anders wordt het leven zinloos.
It's not time to rest yet.
Dit is niet het moment om uit te rusten.
Plenty of time to rest and dream again.
Volop tijd om uit te rusten en te dromen.
For the penguins, there's no time to rest. Very pleased.
De pinguïns hebben geen tijd om te rusten. Zeer tevreden.
Time to rest now. Another begins.
Nu begint een volgende. Het is nu tijd om te rusten.
Another begins. Time to rest now.
Nu begint een volgende. Het is nu tijd om te rusten.
Give her some time to rest.
Geef haar wat tijd om uit te rusten.
No time to rest,” he laughs.
Geen tijd om uit te rusten, dus,” lacht hij.
Time to rest, do fun stuff
Tijd om uit te rusten, leuke dingen te doen
On the way, there is plenty time to rest.
Onderweg is voldoende tijd om uit te rusten.
Results: 143, Time: 0.053

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch