DEN TERMIN - vertaling in Nederlands

de afspraak
vereinbart
termin
treffen
die absprache
die ernennung
abgemacht
abgesprochen
date
deal
verabredung
de datum
datum
zeitpunkt
tag
termin
einer frist
de termijn
sicht
frist
zeitraum
der zeitrahmen
der laufzeit
die zeitspanne
amtszeit
ablauf
die einreichungsfrist
termin
de deadline
deadline
der termin
frist
stichtag
einsendeschluss
die abgabefrist
redaktionsschluss
der abgabetermin
afgesproken
treffen
vereinbaren
einigen
verabreden
absprechen
einen termin ausmachen
abgemacht
vereinbarung

Voorbeelden van het gebruik van Den termin in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ohne dich schafft er den Termin nicht!
Zonder jou mist hij de datum.
Tut mir leid, ich habe den Termin verpasst.
Sorry, dat ik de afspraak gemist heb.
Die Konferenz der Präsidenten ist bevollmächtigt, den Termin zu verändern.
De Conferentie van voorzitters is bevoegd de datum te veranderen.
Deswegen habe ich den Termin gemacht.
Daarom heb ik de afspraak gemaakt.
Ja, ich bestätige den Termin.
Ja, ik bevestig de afspraak.
Es tut mir Ieid, ich habe den Termin verpasst.
Sorry, dat ik de afspraak gemist heb.
Ich mache den Termin.
Ik maak de afspraak.
Er bestätigte den Termin.
Hij bevestigde de afspraak.
Ich hab ihr Studio angerufen und den Termin abgesagt.
Ik heb haar studio gebeld en de afspraak afgezegd.
Ich hab den Termin.
Je hebt de afspraak.
Ich werde sie jetzt anrufen und den Termin verlegen.
Ik ga haar bellen en opnieuw afspreken.
Soll ich noch heute den Termin machen?
Zal ik vandaag een afspraak voor je regelen?
Alex hat den Termin für diesen Lügendetektortest angesetzt. Okay.
Alex heeft een afspraak gemaakt voor die leugendetectortest.
Ich hab den Termin so früh gelegt, weil ich es hinter mich bringen wollte.
Ik heb het zo snel geregeld, omdat ik het achter de rug wil hebben.
Darf ich dir den Termin sagen?
Kan ik jou de data geven?
Informieren Sie uns über den Termin Ihres Aufenthaltes in Prag.
Informeer ons over de data van uw verblijf in Praag.
Mach den Termin.
Regel de afspraaj.
Ich kann den Termin nicht verpassen.
Maar die vergadering kan ik niet missen.
Du hast den Termin mit deinem Bewährungshelfer verpasst.
Je hebt je afspraak met je reclasseringsambtenaar gemist.
Liebes… Ich hab den Termin in der Kinderwunschklinik.
Ik heb een afspraak bij de vruchtbaarheidskliniek. Lieverd.
Uitslagen: 286, Tijd: 0.0368

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands