Voorbeelden van het gebruik van Immer recht in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Bist du es nicht leid, immer Recht zu haben?
Verveelt het ooit om gelijk te hebben?Sie hatten immer Recht.
Je had altijd al gelijk.Ich habe es satt, immer recht zu haben.
Ik ben het zat om altijd gelijk te hebben.Wie ist es, immer Recht zu haben?
Hoe is 't om altijd gelijk te hebben?Du hast immer Recht.
Je hebt altijd al gelijk gehad.Es muss anstrengend sein, immer recht zu haben.
Het moet vermoeiend zijn om altijd gelijk te hebben.Wird es langweilig, immer recht zu haben,?
Ben je het niet beu om altijd gelijk te hebben?Es ist eine große Last, immer recht zu haben.
Vreselijk om altijd gelijk te hebben.Man kann nicht immer recht haben, nicht wahr?
Musst du immer recht haben?
Jij hebt ook altijd gelijk.Schlagen Sie zu. Ich war immer recht unabhängig, aber mietfrei wohnen.
Pak het aan. Ik ben altijd nogal onafhankelijk geweest, maar gratis huur.Ist es langweilig, immer recht zu haben?
Is het niet saai om altijd gelijk te hebben?Es ist nur so anstrengend, immer recht zu haben, nicht wahr?
Het is gewoon vermoeiend om altijd gelijk te hebben, hè?Ich war immer recht gut in Geografie.
Ik was altijd al vrij goed in aardrijkskunde.Es ist nur so anstrengend, wenn man immer recht hat.
Het is gewoon vermoeiend om altijd gelijk te hebben.Immer Recht zu haben. Niemand sagt einem, wie anstrengend es ist.
Om altijd gelijk te hebben. Niemand zegt ooit hoe vermoeiend het is.Ich hasse es, immer recht zu haben.
Ik haat het om altijd gelijk te hebben.Du hattest immer recht.
Je had altijd al gelijk.Du hattest immer recht.
Je hebt altijd al gelijk gehad.Bis jetzt hatten wir immer recht.
Tot nu toe hebben we alles goed.
