Voorbeelden van het gebruik van Dat klopt in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat klopt, iedereen.
Dat klopt Ludo. Ik ben Sarah.
Dat klopt, maar niet op de manier die jij denkt.
Dat klopt Chris.
Dat klopt, ik ben Ricky Baldoski.
Dat klopt, ik had toch twee flessen?
Nee, dat klopt niet.
Dat klopt baas.
Dat klopt.-Zeg dat dan niet.
Dat klopt, Tom.
Dat klopt, ik ben de nieuwe mascotte.
En dat klopt.
Dat klopt, ik haatte deze vreemdeling.
Ik heb dat niet gedaan. Dat klopt.
Ik weet niet wie dat heeft gezegd, maar dat klopt.
Dat klopt niet!- Shht!
Dat klopt, Mr Specter.
Dat klopt, sir. Klopt dat? .
Dat klopt, een nieuwe slagzin.
Dat klopt, Norm.