BABBLING - vertaling in Nederlands

['bæbliŋ]
['bæbliŋ]
kabbelende
babbling
rippling
lapping
murmuring
flow
brabbelen
babble
prattling
blathering
gebabbel
chatter
babble
chit-chat
talk
prattling
chitchat
gebrabbel
gibberish
babbling
prattle
ramblings
talking
chit-chat
babbelen
chat
talk
chatter
babbling
prattle
chitchatting
kletsen
talk
chat
to hobnob
chatty
have yapped
praten
talk
speak
chat
discuss
babbling
brabbelend
babble
prattling
blathering
babbelend
chat
talk
chatter
babbling
prattle
chitchatting
pratend
talk
speak
chat
discuss

Voorbeelden van het gebruik van Babbling in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Incessant babbling. Being able to work without Tony's.
Kunnen werken zonder Tony's onophoudelijk gebrabbel.
All right, all right, I will switch over to"Babbling Brook.
Babbling Brook" Oke, oke, Ik zal overschakelen naar.
I am boring you with all this babbling.
Ik verveel u wel met al dat gebabbel.
And so, they were just a babbling became an endless conversation.
En dan, ze waren gewoon een kabbelende werd een eindeloze gesprek.
Oh, yeah, I heard someone babbling about that.
O ja, daar heb ik iemand over horen kletsen.
Babbling about him being kidnapped by the IRA.
Brabbelend dat hij ontvoerd was door de IRA.
She might say anything in her drunken babbling.
Ze kan alles zeggen met haar dronken gebabbel.
immodest and babbling women.
onbescheiden en kabbelende vrouwen.
Sometimes she would come in here babbling on about evil spirits
Soms kwam ze hier babbelend over boze geesten
I just stood there shaking, babbling.
Ik stond daar maar, trillend, brabbelend.
His alter ego is babbling.
Zijn alter ego is gebabbel.
Promising my baby girl butterflies and babbling brooks.
Je beloofde mijn babymeisje vlinders en kabbelende beekjes.
Then he's so miserable he ends up babbling to himself in subway stations.
Dan eindigt hij pratend tegen zichzelf in metrostations.
As it wends its way onward, babbling and.
Die z'n loop verder vervolgt, babbelend en.
She seemed totally disoriented, babbling.
Ze leek totaal gedesoriënteerd, brabbelend.
Being able to work without Tony's incessant babbling.
Werken zonder het onophoudelijke gebabbel van Tony.
Just the pleasant chatter of this babbling brook.
Alleen wat aangenaam geklets van deze kabbelende beek.
Babbling about cutaways and Hitler. You have been passed out for 22 minutes.
Je bent 22 minuten buiten westen geweest, brabbelend over tussenstukjes en Hitler.
What was the point? Anyway, the point was that… Anyway, babbling.
Het punt was… Wat was het ook alweer?-Gebabbel.
You have been passed out for 22 minutes, babbling about cutaways and Hitler.
Je bent 22 minuten buiten westen geweest, brabbelend over tussenstukjes en Hitler.
Uitslagen: 197, Tijd: 0.0489

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands