HURRY - vertaling in Nederlands

• snel
• haast
• schiet op
• vlug
• voortmaken
• me haasten
• schieten
• schiet
• haast je
• kom
• haasten
• sneller

Voorbeelden van het gebruik van Hurry in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Gail, hurry, please!
Gail, haast je, alsjeblieft!

Grandpa?- Hurry up, Bubba Twatson.
Opa?- Schiet op, Bubba Idiootson.

I would hurry if I were you.
Ik zou haast als ik jou was.

Hurry, everyone's inside! Princess!
Snel, iedereen is in… Prinses!

We gotta hurry.
We moeten voortmaken.

Dinah's talking in her sleep. Hurry.
Dinah praat in haar slaap. Schiet op.

I must hurry, I'm the Marquise de Plessis-Belliêre.
Ik moet me haasten, ik ben de Markiezin van Plessis-Belliêre.

Hurry up the ladder. Come on.
Kom op, kruip de ladder op.

Behind you! Hurry, Hannah!
Vlug, Hannah. Achter je!

Hurry, Spike. Help! Petrie!
Haast je, Spike. Petrie! Help!

Hurry up with that tea, mavis.
Schiet op met de thee, Mavis.

I forgot my pants. In the hurry.
Maar in de haast was ik m'n broek vergeten.

Please, we must hurry.
Alstublieft, we moeten voortmaken.

We need insulin. Please, hurry.
We hebben insuline nodig… Alstublieft… Snel.

Hurry, Falkor! The Nothing's everywhere!
Het niets is overal! Schiet op, Falkor!

I would hurry if I were you.
Ik zou me haasten als ik jou was.

Hurry back to me.
Kom terug naar mij.

Petrie! Hurry, Spike. Help!
Haast je, Spike. Petrie! Help!

I'm scared. Please hurry.
Vlug alstublieft. Ik ben bang.

Hurry up, Dr. Watson,
Schiet op, Dr. Watson.