CHANGE - vertaling in Nederlands

verandert
changer
modifier
transformer
changement
évoluer
modification
altérer
varier
wijzigt
modifier
changer
modification
changement
éditer
change
changement
modifier
de change
wisselt
changer
basculer
changement
alternent
passer
de l'échange
permuter
wisselkoers
taux de change
taux de conversion
cours du change
externe
externe
extérieur
extérieurement
distance
distant
omkleden
changer
habiller
préparer
anders
différent
sinon
autre
autrement
ou
différemment
contraire
ailleurs
pas
changé
veranderen
changer
modifier
transformer
changement
évoluer
modification
altérer
varier
veranderd
changer
modifier
transformer
changement
évoluer
modification
altérer
varier
veranderde
changer
modifier
transformer
changement
évoluer
modification
altérer
varier
wisselkoersen
taux de change
taux de conversion
cours du change
wisselen
changer
basculer
changement
alternent
passer
de l'échange
permuter
wijzigen
modifier
changer
modification
changement
éditer
gewijzigd
modifier
changer
modification
changement
éditer

Voorbeelden van het gebruik van Change in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
La cuisine mise à l'honneur aux buffets de ce restaurant change chaque soir.
De culinaire identiteit van het buffet van het restaurant is elke avond anders.
Et on change de partenaire.
En we wisselen van partner.
Affiche le nom ou change le répertoire en cours.
De naam van de actieve map weergeven of de actieve map wijzigen.
C'est la 1re fois que je me change en voiture.
Dit is de eerste keer dat ik me moet omkleden in de auto.
La vue depuis les dunes change tous les jours.
Het uitzicht van de duinen is elke dag anders.
Si, madame je change de sujet?
Ja, kan ik nog van onderwerp wisselen?
Il fallait qu'elle se change.
Ze moest zich omkleden.
on a un bébé, ça change tout.
maakt dat alles anders.
Veuillez enlever la vis cruciforme, prendre la protection et change le démarreur.
Kruiskopschroeven verwijderen, afdekking verwijderen en de starter wisselen.
Il faut que je me change.
Ik moet me meteen omkleden.
Je veux juste que ça change. Maintenant.
Ik wil gewoon dat het anders is.
alors change.
daarna wisselen.
Entrez pendant que je me change.
Kom binnen dan ga ik me omkleden.
On ne change pas d'avocats en plein procès.
Je kunt niet van advocaat wisselen tijdens een proces.
Ça dérange si je me change d'abord?
Mag ik me eerst omkleden?
Dans la voiture, il change de chaussures.
Hij is in de auto. zijn schoenen wisselen.
Il faut que je me change.
Ik moet me nog omkleden.
Le change est plus important que l'échange.
Wisselen is belangrijker dan inwisselen.
Et il faudra que je me change.
En ik wil me omkleden.
Tu prend une des deux options soit change de professeurs ou fait avec.
Je hebt een of twee opties… wisselen van leraar of ermee omgaan.
Uitslagen: 5596, Tijd: 0.2427

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands