Voorbeelden van het gebruik van Afsluiten in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Afsluiten en laden.
Als ze het gas afsluiten, merken we het nauwelijks.
Afsluiten en opsporen.
Alleen exporteren naar PDF en afsluiten.
Zeg dat ik het moet afsluiten.
We zouden dingen moeten afsluiten, niet openen.
Waterdicht afsluiten van containers, veilig verpakken van transportgoederen en asbestsanering.
Voor het afsluiten van de inspectietunnel op de Rigoletto zijn er passende kopzijderoosters leverbaar.
Aanvullende informatie soft-start motor. afsluiten van het systeem bij oververhitting.
Je kunt het water wel afsluiten, maar wij zijn niet te stoppen.
We moeten alles afsluiten, geen luchtverkeer meer.
Dan kan ik de wijk afsluiten en controleren we alle inwoners.
Met deze haven wil ik dit verslag afsluiten.
Dat betekent dat ik je een tijdje moet afsluiten.
ik ging net afsluiten.
Ik wilde het gas afsluiten, omdat ik dacht dat er niemand kwam wonen. Sorry.
Afsluiten is niet iets waar ik veel mee bezig ben.
Je moet de klok afsluiten en ons naar de oppervlakte brengen.
Afsluiten annuleren.
Je moet deze hele haven afsluiten.