Voorbeelden van het gebruik van Afsluiten in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het afsluiten van een goede reisbijstandsverzekering is essentieel.
We moeten het hotel afsluiten.
De grot afsluiten?
We moeten dan alles afsluiten.
Daarnaast kun je ook een lening op afbetaling simuleren en afsluiten.
Afsluiten van een verzekering van wettelijke aansprakelijkheid.
We gaan 't eiland afsluiten.
Ik kon de tunnel niet afsluiten.
Ik moest m'n reet afsluiten.
Ze zullen de hele gevangenis afsluiten.
Welke kamers kan je afsluiten?
kan ik het schip niet afsluiten.
We moeten deze stad afsluiten.
Welke kamers kan je afsluiten?
Ik zal… gewoon afsluiten dan.
Een plaats die we kunnen afsluiten.
Ik ga het wormgat afsluiten.
Ik ga het hotel afsluiten.
Precies vullen en perfect afsluiten.
We moeten deze stad afsluiten.