Voorbeelden van het gebruik van Bent geslaagd in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat? Dat was een test Moran, je bent geslaagd.
Je bent geslaagd. Isabella.
Je bent geslaagd.
Dat betekent dat u bent geslaagd.
Maak je geen zorgen, je bent geslaagd.
En je bent geslaagd.- Een test?
Je bent geslaagd, man.
Je bent geslaagd, op het nippertje.
Dat was 'n weggevertje, maar je bent geslaagd.
Niet nodig, gefeliciteerd, u bent geslaagd.
Michele. Fernando. Je bent geslaagd.
Je bent geslaagd.
Morgan. Je bent geslaagd.
Je bent geslaagd.
Dat was 'n weggevertje, maar je bent geslaagd.
Je bent geslaagd voor de toelatingsexamens.
Lieverd, je bent geslaagd.
De test waarvoor jij bent geslaagd… Niet iedereen slaagt daarvoor.
Jij hebt de test gisteren afgelegd en je bent geslaagd?
U bent geslaagd, waar overheden hebben gefaald.