BOOS - vertaling in Duits

• wütend
• sauer
• böse
• zornig
• aufgebracht
• stinksauer
• Wut
• ärgerlich
• verärgert
• angepisst
• aufgeregt
• genervt

Voorbeelden van het gebruik van Boos in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Omdat je boos bent. Waarom niet?
Weil du angepisst bist. Warum?

Jullie waren toch boos op me?
Aber ich dachte, ihr wärt sauer auf mich?

Niet boos zijn, Marcel Gerard.
Sei nicht verärgert, Marcel Gerard.

Ik begrijp dat je boos en moe bent, Dwight.
Ich verstehe, dass du zornig und müde bist, Dwight.

Ze werd boos op me.
Sie wurde böse auf mich.

Maar ik word toch boos op haar.
Ich werde trotzdem wütend auf sie.

Ben jij niet boos op hem?
Hast du etwa keine Wut auf ihn?

Hoe boos was DiNozzo
Wie aufgebracht war DiNozzo,

Omdat ik boos ben op m'n vader.
Weil ich stinksauer auf meinen Vater bin.

Je bent gewoon boos omdat Kique knapper is dan zij.
Du bist nur verärgert, weil Kique besser aussieht als sie.

Ben ik boos en onaardig?
Und seit wann bin ich zornig und unsympathisch"?

Ik was zo boos op haar, maar ze had gelijk.
Ich war so sauer, aber sie hatte recht.

Omdat ik niet boos ben op Clark Clark.
Ich bin nicht Clark Clark böse.

Zij waren boos omdat we duwde ze uit.
Sie waren angepisst, weil wir sie rausgedrängt haben.

En schaamde hij zich en was hij boos.
Und weil er beschämt und wütend war.

Hij leek er erg boos omdat hij moest gaan.
Er war sehr aufgeregt, als er weggegangen ist.

Als je boos of bang was?
Wenn du Wut oder Angst hattest?

Ik ben boos, maar ik koel af in bad.
Ich bin verärgert, aber kühle mich in der Wanne ab.

En boos zijn kan Bernard als de beste.
Und zornig werden kann Bernard gut.

Ik ben boos op jou.
Ich bin stinksauer auf dich.