Voorbeelden van het gebruik van Geest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In zijn geest, waar hij wil zijn.
Je geest is vol van hem.
Mijn geest kan niet stoppen.
Dit is allemaal in je geest.
Dat zal ik je vertellen: We hebben een geest gezien.
Ze ziet er uit alsof ze een geest gezien heeft.
Geest, wensen, lamp.
Het is ook in die geest dat ik mijn verslag heb opgesteld.
Z'n geest werkt gewoon anders.
Hun geest is in oorlog met zichzelf.
Haar geest beinvloedt ze.
Onze zwakke geest stort in onder het gewicht van ideeën?
Angst bestaat alleen in uw geest.
Meisjes, ik denk dat ik een geest zie. Madeleine?
Ja. Ik zag een geest.
Hun geest en ziel, gevangen in de Wifi.
Geest, ik wens… Lamp.
Verbind je geest met die van de anderen.
En Willards geest was al honderden kilometers ver weg. Zegen me.
Ze maken je geest én je mes bot.