Voorbeelden van het gebruik van Heb haast in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sorry, ik heb haast.
Alstublieft. Ik heb haast.
Gaan, vol gas. Ik heb haast.
Ik heb geen tijd, ik heb haast.
Echt, Hans, ik heb haast.
Hij weet zijn problemen op te lossen en ik heb haast.
Oké, ik heb haast.
Geen tijd, ik heb haast.
Wat is er? Ik heb haast.
Ja, ik heb haast.
Billy, ik heb haast.
Het spijt me. Ik heb haast.
Ik wil het meteen. Ik heb haast.
Alsjeblieft, ik heb haast!
Maar ik heb haast en weet niet waarom.
Lk heb haast, dus we zijn alvast begonnen.
Joe, ik heb haast.
Ik heb haast, centrale.
Ik heb haast.
Ik heb haast.