Voorbeelden van het gebruik van Hij liep in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij liep naar het raam, met een rood gezicht
Hij liep naar Washington?
Waar is hij dan? Hij liep achter me, maar….
Hij liep in de weg.
Sorry, Tilly. Hij liep gewoon naar binnen.
Hij liep gewoon voorbij zonder iets te zeggen.
Hij liep recht mijn slaapkamer in.
Hij liep weg, toen het hem verteld werd.
Hij liep met die zware bal naar die jongen.
Hij liep achter mij.
Hij liep de tempel uit.
Hij liep langs de weg.
Hij liep naakt rond waar zijn vrouwelijke assistenten bij waren.
Maar hij liep in zijn richting.
Hij liep in de weg en moest worden uitgeschakeld.
Hij liep zelfs zoals u.
Hij liep de keuken in en riep:'Schedel.'
Hij liep daarheen.
Hij liep met Martin Luther King tijdens de burgerrechtenbeweging.
Hij liep weg van Zucado.