Voorbeelden van het gebruik van Cel in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
kom je in de cel.
Gooi hem in de cel.
En wie geeft de cel het bevel?
Een alleenstaande blanke vrouw vastgezet in een cel tot nader order.
We konden allemaal in de cel belanden.
Tien seconden kostten me 15 jaar in de cel.
Ik zei je toch dat hij een cel had.
Ik was zes jaar toen mijn vader de cel inging.
Gevangene keert terug naar de cel.
Bedankt voor de nacht in de cel.
Misschien in een cel.
Het uitzicht vanuit een cel is ook waardeloos.
al die nachten in de cel.
We vroegen alleen naar een cel.
Het is gewoon raar in die cel.
Ik ben in de cel.
Ze belde vanuit een cel.
Hij staat in een cel in Oslo!
Hij was niet makkelijk de cel in te krijgen.
Dan mag je ontnuchteren in de cel.