Voorbeelden van het gebruik van Hij zit op in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij zit op het schuiladres.
Hij zit op de universiteit.
Hij zit op de universiteit.
Hij zit op een Doctor Who conventie in San Diego sinds zaterdag.
Hij zit op Cloud 10!
Hij zit op school.
Hij zit op school in Michigan.
Hij zit op zijn bed.
Hij zit op een eiland in de Cariben.
Hij zit op 32 graden.
Hij zit op Duivelseiland.
Hij zit op 'n timer.
Hij zit op OT-9!
Hij zit op vier hoog.
Hij zit op mijn kanaal, niet het zijne.
Maar hij zit op school.
Hij zit op Penn.
Hij zit op de vlucht.
Hij zit op m'n plek.
Hij zit op het toilet.