Voorbeelden van het gebruik van Jouw in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wally heeft jouw leven gered.
Jouw naam is Lauren.
Ryan die flirt, jouw hulp, jullie liedje op de jukebox.
Wat heeft jouw voorkeur?
Wat is jouw relatie met Bookman, Augusten?
Jouw naam is George Bousche?
Jouw feestbeest was de inspiratie voor Dionysus.
Jouw aanbod maakt heel duidelijk,
Jouw naam is Krystal.
Jouw plekje is hier.
Ik hield jouw hand vast want dat had zij gezegd.
Jouw wens is vervuld.
Wij schrijven jouw scripts. Dan delen we het geld.
Het is jouw schuld dat ze dit moet doen.
Gelukkig hoef ik jouw bevelen niet op te volgen.
Jouw vriend.
Jouw lever betekent niets voor mij!
Mijn werk is jouw te helpen jouw emotie's te begrijpen.
Jouw vrienden, neem ik aan.
Welke schuld heeft jouw voorkeur, dan?