Voorbeelden van het gebruik van Schrikken in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Zo' n woord zou de heer Lamy aan het schrikken maken…!
Je hebt ons laten schrikken.
Je liet me schrikken.
Die plaats die je echt liet schrikken.
Sorry, dat ik je liet schrikken.
Laat me niet schrikken.
Kinderen schrikken van Benny's gezicht en Matthew draagt een jurk.
Ze schrikken niet alleen de mijten,
Wapens schrikken me niet af.
Prijzen voor hen schrikken vaak nieuwelingen af.
Jullie hebben hem laten schrikken.
Jullie lieten me schrikken.
Pardon, u liet me schrikken.
Je liet me schrikken.
Welnee, u laat me schrikken.
Het lawaai van het schot doet de baby schrikken en laat het huilen.
Je liet me schrikken.
Ik weet 't niet, jullie deden me schrikken.
Maakt dat je aan het schrikken?
Je deed me schrikken.