Voorbeelden van het gebruik van Zeiden zij in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
En dit zeiden zij, Hem verzoekende, opdat zij iets hadden, om Hem te beschuldigen.
Maar dit zeiden zij om hem te verzoeken, opdat zij ene beschuldiging tegen hem zouden hebben.
dan bij het geloof; met hun monden zeiden zij wat in hun harten niet was.
Spreek! spreek!" zeiden zij, terwijl hun oog vol verwachting op hem staarde.
Wij zullen nimmer meer eerbied voor u hebben, zeiden zij, dan voor deze duidelijke wonderen, die ons getoond zijn, of ook voor hem die ons heeft geschapen.
Toen zij bij hem kwamen, zeiden zij:"Vrede!" Hij zei:"Vrede!",(en hij dacht bij zichzelf:)"Onbekend volk.
Wij zijn nooit slaven geweest", zeiden zij." Wij stammen af van Abraham. Hoe kunt u dan zeggen
Toen zij buiten waren, zeiden zij tegen elkaar:" Die man heeft niets gedaan waarop doodstraf
Toen ik de eerste keer belde zeiden zij, dat er niets beschikbaar was… de eerste achttien maanden.
Zo zeiden zij, de een tot de ander: Wie heeft dit stuk gedaan?
(Toen zij dit zagen) zeiden zij:"Wie heeft dit onze Goden aangedaan?
Toen zeiden zij: Wij zijn niet onechtelijk geboren;
Toen zij bij hem binnentraden zeiden zij"Vrede", hij antwoordde:"Voorwaar, wij vrezen u.".
Voorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt,
En als zij hen tot de hoofdmannen gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen beroeren onze stad,
Zo zeiden zij, de een tot den ander: Wie heeft dit stuk gedaan?
Een expert, zeiden zij, wat voor expert, wie is hij?
En wanneer zij hen zagen zeiden zij:" Die daar verkeren in dwaling.
De anderen bogen zich vol ontzag voor Jezus neer."U bent inderdaad de Zoon van God!" zeiden zij.
iets geweldigs had gedaan." Ja", zeiden zij," Hij moet de Profeet zijn, die komen zou!