Voorbeelden van het gebruik van Bespottelijk in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Lachwekkend en bespottelijk je “aantijgingen”.
Het is bespottelijk, ik weet het.
Dat is bespottelijk, Hannah.
Hoezo bespottelijk,?
U hebt ons bespottelijk gemaakt voor hen die rondom ons wonen.
Edelachtbare, dit is bespottelijk.
Dit is bespottelijk!
De oorlog in Irak was bespottelijk.
Maar je mag mij bespottelijk blijven maken.
Je weet dat dit bespottelijk is.
De zitting was bespottelijk.
Dit is bespottelijk.
Leg nooit meer mijn hand op je bespottelijk kleine lul.
Ja, bespottelijk.
Dit is bespottelijk.
Het is bespottelijk.
Dat democratie noemen is bespottelijk.
Maar indertijd vond iedereen het bespottelijk.
Uw theorie is bespottelijk.
Zij lachten er om, en maakten het bespottelijk.