Voorbeelden van het gebruik van Stervend in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Mensen worden stervend geboren.
Levend, hield Hij van mij; stervend, redde Hij mij;
Maar iemand is stervend.
Ik ben stervend.
Zij gingen onder, bloedend en stervend, hun leven gevend.
Een vampier en een stervend menselijk kind.
Stervend schip, weet je nog?
Ze kwam hen helpen tot de rivier haar terugbracht stervend.
Mary Kelly, stervend om een kind te beschermen.
Ik maak me zorgen om dit stervend ziekenhuis.
Niet stervend, hoop ik.
Maar zelfs stervend was ze onbeleefd.
Stervend kind in ziekenhuis gered door engel?
Stervend of niet, ik sla je in elkaar.
Niet stervend.
Een oude man, stervend.
Iedereen op dit schip, stervend.
Of enkel een eenzaam vuil, stervend kind?
Niemand, stervend.
N Stervend kind wacht erop.