Voorbeelden van het gebruik van Wordt tijd in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het wordt tijd om hem in te rekenen.
Dat wordt tijd.
Wordt tijd voor een update.
Dat wordt tijd!
Het wordt tijd om te spreken over de kostprijs als Iran niet wordt gestopt.
Van wie komt die muziekdoos? Het wordt tijd dat Fey Sommers weer tevoorschijn komt.
Het wordt tijd dat je weer naar bed gaat?
Het wordt tijd dat ik met pensioen ga.
Het wordt tijd dat jullie onze Mr Spadowski met 'n bezoekje gaan vereren.
Het wordt tijd om ons werk samen op te frissen.
Wordt tijd.
Het wordt tijd voor nieuwe vrienden.
Het wordt tijd om op het feest te verschijnen.
Het wordt tijd dat je met de jouwe begint.
Het wordt tijd dat we zaken doen samen.
Het wordt tijd.
Het wordt tijd dat je medische hulp zoekt.
T Wordt tijd dat je 't laat zien.
Het wordt tijd dat u uw zaken zelf opknapt.
Het wordt tijd dat we onze ouders bellen.