EIGEN - vertaling in Nederlands

eigen
selbst
selber
eigenen
privaten
persönlichen
inherent
inhärent
von natur
innewohnenden
verbundenen
aangepast
angepasst
besonders angefertigt
geändert
eingestellt
justiert
modifiziert
aktualisiert
benutzerdefiniert
angeglichen
zugeschnitten
apart
separat
getrennt
einzeln
gesondert
beiseite
eigenen

Voorbeelden van het gebruik van Eigen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Mein Eigen. Mein Schatz.
Mijn eigendom. Mijn lieveling.
Nenn nichts dein eigen, außer deiner Seele.
Beschouw niets als uw bezit, behalve uw ziel.
Er ist sehr eigen, was Eier angeht.
Hij is heel specifiek over hoe hij z'n eieren wil.
Er war eigen, aber sensibler als sie.
Wel grof, maar gevoeliger dan zij.
Mein Eigen. Mein Schatz.
Mijn eigendom. M'n lieveling.
Ja. Sie findet dich eigen, aber reizend?
Ze vond je excentriek, maar charmant. O ja?
Ich mache mir die Worte von Herrn Hänsch zu eigen.
Ik maak de woorden van de heer Hänsch tot de mijne.
Macht euch diese Wahrheit zu Eigen.
Maak deze waarheid tot de uwe.
Dies Prinzip ist auch häufig seinen Zeichnungen eigen.
Ook werd de tekst vaak door de tekeningen heengeplaatst.
Ausgenommen der Priester Feld, das ward dem Pharao nicht eigen.
Alleen het land der priesters werd Farao's eigendom niet.
Da bin ich eigen.
Daar ben ik een rare in.
Er ist eigen.
Hij is eigenzinnig.
Das Leid eines Mannes ist wohl sein eigen.
Ik neem aan dat de zorgen van een man van zichzelf zijn.
Mein Schatz. Mein Eigen.
Mijn lieveling… Mijn eigendom.
Sie sieht etwas eigen aus.
Ze ziet er wat vreemd uit.
Er ist einfach nur eigen.
Hij is gewoon individualistisch.
Sie ist sehr eigen.
Ze is nogal voortvarend.
Und? Er ist sehr eigen, nicht wahr?
En?- Hij is nogal voortvarend, hè?
Mein Schatz. Mein Eigen.
Mijn lieveling. Mijn bezit.
Mein Liebstes. Mein Eigen.
M'n liefste. M'n eigendom.
Uitslagen: 356, Tijd: 0.1748

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands