Voorbeelden van het gebruik van Hand in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Du hast die Hand ausgestreckt.
Also hat jemand seine Hand festgehalten?
Oh, Perlmutter schüttelt jetzt dem König die Hand.
Ich würde gerne meine Hand in ihr Taufbecken tauchen.
Pass auf deine Hand auf.
Pas op je hand.Und wenn ich Ihre Hand halte?
En als ik je handje vasthoud?Er leugnet nicht, ihn in der Hand gehabt zu haben.
Maar hij ontkent niet dat ie die in handen heeft gehad.Er war so groß in meiner kleinen Hand.
Hij is zo groot in mijn kleine handjes.Du legtest ihr ständig die Hand auf den Rücken.
Je legde steeds je hand op haar rug.Molly legte beim Einschlafen ihre Hand auf Linchens Füße.
Molly viel in slaap met haar handje op Bo's voetjes.Wir wissen beide, dass Vergebung nicht in meiner Hand liegt.
We weten beiden dat vergiffenis niet in mijn handen ligt.Haben Sie sich die Hand verletzt?
Wat heb je met je hand gedaan?Nur dadurch, dass ich ihre Hand gehalten hab?
Gewoon omdat ik hun handje vasthou?Sie hat das Leben meines Manns in der Hand.
Ze heeft het leven van mijn man in handen.Da legte er mir die Hand aufs Herz.
Toen legde hij z'n hand op m'n hart.Ich krieg dich und deine Hand auch!
En ook dat handje van je!Wir haben die Karten in der Hand.
Wij hebben alle troeven in handen.Zu meinem Erstaunen steckte sie ihre Hand in die Tasche.
Tot mijn verbazing deed ze haar hand in haar tas.Heute Morgen war ich Jetzt soll ich deine Hand halten?
Vanmorgen was ik geen oprichter en nu moet ik je handje vasthouden?Rutger Simon ist jetzt in Patty Hewes Hand.
Rutger Simon is nu in Patty Hewes' handen.
