Voorbeelden van het gebruik van Machst einen fehler in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Julia, du machst einen Fehler.
Julia, je begaat een fout.Du machst einen Fehler, Julia.
Julia, je begaat een vergissing.Du machst einen Fehler, Dad.
Je maakt een fout, pap.Du machst einen Fehler, Julia.
Julia, je begaat een fout.Du machst einen Fehler, Haze. -Ok.
Je maakt een fout, Haze.-Oké.Stopp! Du machst einen Fehler.
Stop. Je begaat een fout.An8}- Du machst einen Fehler.
Je maakt een fout.Du machst einen Fehler.
U maakt een fout.Nein, du machst einen Fehler.
Nee, je maakt een fout.Ich denke, du machst einen Fehler.
Luister, je maakt een fout.Bestätigt. Du machst einen Fehler.
Bevestigd. Je maakt een fout.Trish, du machst einen Fehler.
Trish, je maakt een fout.Bitte Mann, du machst einen Fehler.
Alsjeblieft man, je maakt een fout.Oswald, du machst einen Fehler.
Oswald, je maakt een fout.Ellen, ich glaube, du machst einen Fehler.
Ellen, je maakt een fout.Du machst einen Fehler.
Je maakt 'n vergissing.Du machst einen Fehler.
Du machst einen Fehler… Und ich verliere meine Tochter.
Jij maakt een foutje… Ik verlies mijn dochter.Ich glaube, du machst einen Fehler.
Volgens mij vergis je Du machst einen Fehler.
Je begaat 'n vergissing.
