ACCROCHE - vertaling in Nederlands

• hang
• hangt
• vastklampt
• vast
• klampt
• blikvanger
• openingszin
• haakt
• blijf
• grip
• hou

Voorbeelden van het gebruik van Accroche in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Je l'accroche pour toi.
Ik hang hem voor je op.

Vends-le ou accroche-le au mur!
Verkoop het of hang het aan de muur!

Une petite fille effrayée qui s'accroche à la vie.
Een bang, klein meisje, zich vastklampend aan het leven.

Il s'accroche à eux.
Hij wil ze bij zich houden.

Dans tous les endroits qu'il fréquente, on accroche ces affiches.
Overal waar een hond heen gaat, hangen we die foto's op.

Comment est-ce qu'il s'accroche?
Hoe kan hij zich vastklampen?

Vous êtes mon accroche, et je me demandais.
Ben jij mijn spoor, en ik vroeg.

Ce gars m'a volé mon accroche et ma boisson.
Die man heeft mijn zin en mijn drank gestolen.

C'est mon accroche.
Dat is mijn zin.

Ceci lui fait une accroche étonnante!
Dit maakt tot het een verbazende oog-vanger!

La plupart utilisent la victimisation comme une accroche émotionnelle.
Het meest gebruiken slachtoffer als een emotionele haak.

Ecoute, c'est trop répétitif après la première accroche.
Er is te veel herhaling na de eerste strofe.

La porte accroche.
De deur klemt.

Accroche-toi, oncle Vincent!
Wacht even, oom Vincent!

Ne t'accroche pas au Sri Lanka.
Je kan je niet blijven vastklampen aan Sri Lanka.

J'ai dit qui accroche, pas qui craint.
Ik zei pakkend, Niet stom.

Accroche-toi je me tiens.
Hou vast. Doe ik… Doe ik.

La Poussière ne s'accroche pas aux enfants innocents.
Stof hecht zich niet aan onschuldige kinderen.

Pourquoi accroche-t-on le fil du sachet de thé à la poignée de la tasse?
Waarom binden we het theezakje aan het kopje?

Je m'accroche à vous.
Ik zal u vasthouden.