APPARTENIR - vertaling in Nederlands

behoren
correctement
appartenance
dûment
appartiennent
relèvent
font partie
comprennent
sont
figurent
dans ses attributions
zijn
son
deel uitmaken
faire partie
appartenir
partie
partie intégrante
intégrées
constitutifs
eigendom
propriété
propriétaire
bien
possession
détenue
appartenant
possédé
bezit
possède
possession
détient
a
propriété
détention
titulaire
biens
dispose
appartenant
behoort
correctement
appartenance
dûment
appartiennent
relèvent
font partie
comprennent
sont
figurent
dans ses attributions
is
son
ze thuishoorde
ils appartiennent
ils doivent être
leur place

Voorbeelden van het gebruik van Appartenir in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Vous ne pouvez pas appartenir à quelqu'un qui ne vous connaît pas.
Je kan niet bij iemand horen die jou niet eens kent.
Il devait appartenir aux anciens propriétaires.
Het zal hebben toebehoord aan een voormalige bewoner.
Tout ce que je possede est cense t'appartenir."Cense.
Alles wat ik bezit, wordt geacht van jou te zijn. Geacht.
Ce con ne peut pas appartenir à ce visage.
Die kut kan niet bij dat gezicht horen.
J'ai un objet qui doit vous appartenir.
Ik heb iets waarvan ik denk dat het u toebehoort.
je ne veux appartenir à rien.
ik wil er niet bij horen.
Plutôt la porte que d'appartenir à des débiles qui méprisent la nouveauté.
Liever dat dan bij de debielen te horen die de nieuwheid minachten.
Non, je n'ai pas appartenir à une fraternité.
Nee, ik was geen lid van een broederschap.
Dans un endroit plus paisible, auquel je pouvais appartenir.
Aan een vredige plek, waar ik thuis zou horen.
Après examens, ils s'avèrent appartenir à, au moins, 5 individus.
Later bleken de botten aan minstens drie individuen toe te behoren.
La première à laquelle Laing se sentait vraiment appartenir.
De eerste keer dat Laing zich er echt bij voelde horen.
Peut dégivrer automatiquement et appartenir aux réfrigérateurs le statique-refroidissement.
Kan automatisch ontdooien en tot statisch-koelt ijskasten behoren.
Un cheveu. ça pourrait appartenir à nimporte qui.
Een haar. Die kan van talloze mannen zijn.
les utilisateurs AD LDS peuvent appartenir aux groupes AD LDS.
AD LDS-gebruikers kunnen lid zijn van AD LDS-groepen.
Je me sens appartenir à toutes les églises.
Ik voel dat ik tot alle kerken behoor.
nous avions trouvé un endroit d'appartenir;
we hadden gevonden een plek om te horen;
Nous voulons tous appartenir.
Waar we allemaal bij willen horen.
car tous pensent appartenir à ces 5.
iedereen denkt bij die 5% te horen.
dit appartenir à ce groupe.
zegt dat hij bij die groep hoort.
Il doit vous appartenir.
Ik denk dat het aan u toebehoort.
Uitslagen: 406, Tijd: 0.211

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands