AANDOEN - vertaling in Duits

antun
aandoen
doen
flikken
pijn
tun
doen
maken
aandoen
gebeuren
machen
doen
maken
gaan
nemen
geven
zetten
zijn
waardoor
anziehen
aantrekken
dragen
aankleden
aandoen
aan te trekken
kleren
doen
aanscherping
omdoen
aandraaien
wehtun
pijn doen
kwaad doen
kwetsen
iets aandoen
verwonden
verdriet doen
pijnlijk
bezeren
verletzen
pijn doen
kwetsen
schenden
verwonden
kwaad doen
aandoen
overtreden
bezeren
inbreuk
raken
schaden
schade
kwaad
pijn doen
schadelijk
nadeel
beschadigen
aandoen
kwetsen
tegenspoed
nadelig
anlaufen
aandoen
start
beginnen
binnenvaren
op gang
worden gestart
“opstarten”
zumuten
aandoen
laten meemaken
verwachten
aan te doen
van vragen
anhaben
doen
maken
dragen
raken
aandoen
aan hebben
pijn

Voorbeelden van het gebruik van Aandoen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ik kan mezelf niet eens wat aandoen.
Ich konnte mich nicht einmal verletzen, wenn ich es versuchte.
We moeten onze handschoenen aandoen.
Wir sollten unsere Handschuhe anziehen.
Ik zou mijn moeder nooit wat aandoen.
Ich würde meiner Mutter nie wehtun.
Ik kan het m'n zoon niet aandoen.
Ich kann das meinem Sohn nicht antun.
Dit kan een vispastei een team aandoen.
Das kann Fischpastete mit einem Team machen.
Ik denk niet dat hij me iets zou aandoen.
Er würde mir nichts tun.
Ik wil ze dat niet aandoen, totdat we iets te weten komen.
Ich möchte ihnen das nicht zumuten, bis wir etwas wissen.
Niemand zal hen wat aandoen.
Keiner soll ihnen schaden.
Ik laat je niemand meer iets aandoen.
Ich lasse dich nicht andere verletzen.
Ik zou je moeder nooit wat aandoen.
Ich würde deiner Mutter nie wehtun.
Oké. Ik ga je deze aandoen, oké?
Okay… Ich werde sie dir anziehen, okay?
Dat… Dat… Dat kun je mij niet aandoen.
Das können Sie mir nicht antun.
Dit kan je me niet aandoen.
Das kann man mit mir nicht machen.
Dit kunt u die jongen niet aandoen.
Das können Sie nicht tun.
Het kon hem nog niets aandoen, ik denk dat het hem als bedreiging ziet.
Bislang konnte es ihm nichts anhaben, und es sieht ihn wohl als Bedrohung.
En ik wil niemand iets aandoen wat ik mezelf niet zou aandoen..
Und ich will niemand etwas zumuten, was ich nicht selbst wage.
Ze zal nooit weer een kind iets kunnen aandoen.
Sie wird nie wieder einem Kind schaden können.
Ik wil Todd niets aandoen.
Ich will Todd nicht verletzen.
Ik wil m'n pyjama aandoen.
Ich will meinen Schlafanzug anziehen.
Hij had Beth iets kunnen aandoen.
Er hätte Beth etwas antun können.
Uitslagen: 3220, Tijd: 0.0884

Aandoen in verschillende talen

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits