BEWEERT - vertaling in Duits

behauptet
beweren
zeggen
stellen
claimen
suggereert
betogen
sagt
zeggen
vertellen
leiding
laten
baas
noemen
vorgibt
doen alsof
beweren
zeggen
aangeven
bepalen
pretenderen
vaststellen
voorwenden
zich voordoen als
angeblich
zogenaamd
vermoedelijk
blijkbaar
zogezegd
dat
ogenschijnlijk
schijnbaar
zou
zegt
beweert
erklärt
uitleggen
verklaren
uit te leggen
vertellen
zeggen
verklaring
beweren
toelichten
legt
den Behauptungen
de bewering
de stelling
de claim
beweert
de beschuldiging
het argument dat
zeggen dat
de suggestie dat
argumentiert
beweren
stellen
betogen
zeggen
pleiten
argumenteren
aanvoeren
argument
redeneren
beansprucht
opeisen
claimen
aanspraak maken
nemen
beweren
aanspraak
behaupten
beweren
zeggen
stellen
claimen
suggereert
betogen
sagen
zeggen
vertellen
leiding
laten
baas
noemen
sagst
zeggen
vertellen
leiding
laten
baas
noemen
behauptete
beweren
zeggen
stellen
claimen
suggereert
betogen
sagte
zeggen
vertellen
leiding
laten
baas
noemen
behauptest
beweren
zeggen
stellen
claimen
suggereert
betogen
vorgeben
doen alsof
beweren
zeggen
aangeven
bepalen
pretenderen
vaststellen
voorwenden
zich voordoen als
vorgibst
doen alsof
beweren
zeggen
aangeven
bepalen
pretenderen
vaststellen
voorwenden
zich voordoen als
der Behauptung
de bewering
de stelling
de claim
beweert
de beschuldiging
het argument dat
zeggen dat
de suggestie dat
die Behauptung
de bewering
de stelling
de claim
beweert
de beschuldiging
het argument dat
zeggen dat
de suggestie dat

Voorbeelden van het gebruik van Beweert in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Hopen dat hij is wie hij beweert te zijn.
Dass er ist, was er zu sein vorgibt.
U beweert geen geld te hebben.
Sie behaupten, Sie hätten kein Geld.
Wat hij ook beweert, het is gelogen.
Was er auch sagt, es ist gelogen.
Ze beweert dat Amanda haar dochter is.
Sie behauptet, dass Amanda ihre Tochter ist.
Hij beweert de mensheid lief te hebben
Angeblich liebt er Humanität,
hij bewijst dat hij is wat hij beweert.
dass er ist, was er vorgibt.
Met de hulp van Medea, Jason slaagt en beweert zijn prijs.
Mit Hilfe von Medea gelingt Jason und beansprucht seinen Preis.
Dus u beweert dat… Edgar Reese eigenlijk.
Also, Sie sagen, dass Edgar Reese eigentlich.
Je beweert dat je dit niet schreef?
Sie behaupten, das nicht geschrieben zu haben?
Beweert hij nog steeds
Sagt er immer noch,
Hij beweert jouw kind te zijn.
Er behauptet, dein Kind zu sein.
Deze wereld waar je vandaan beweert te komen… is die beter dan de onze?
Die Welt, aus der du angeblich gekommen bist… ist sie besser als unsere?
Beschuldigen nooit depressief omdat hij of zij beweert te zijn ziek of lusteloos.
Beschuldigen nie deprimiert, weil er oder sie vorgibt krank oder lethargisch sein.
Beweert u dat de Bortas eerst schoot?
Sie sagen, die Bortas feuerte zuerst?
Je beweert dus, na alles wat we hebben meegemaakt.
Du sagst also, nach allem, was wir durchgemacht haben.
Iets wat jij beweert niet te doen.
Etwas, von dem Sie behaupten, es nicht zu tun.
Hij beweert levend begraven te zijn.
Er sagt, er sei lebend begraben worden.
Ze beweert van het NCIS te zijn.
Sie behauptet vom NCIS zu sein.
Haar klooster, waar ze beweert vandaan te komen.
Ihr Kloster, aus dem sie vorgibt zu kommen.
Hoe weten we of jij bent wat je beweert te zijn?
Oder Ihnen? Dem, was Sie angeblich sind?
Uitslagen: 1731, Tijd: 0.0718

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits