Voorbeelden van het gebruik van Fijn vinden in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat zou ik niet fijn vinden.
zou ik dat fijn vinden.
Dat zou ik echt fijn vinden.
Je zal het niet fijn vinden.
Dat zou ze erg fijn vinden.
Jeffrey zal het niet fijn vinden.
Tuurlijk, kampioen. Dat zal ze fijn vinden.
zou ik dat fijn vinden.
Je zult het hier fijn vinden.
Dat zou ze fijn vinden.
Dat zou ik fijn vinden.
Ze zullen mijn besluit niet fijn vinden.
Dat zou ik fijn vinden.
Dat zou u niet fijn vinden.
Dat zou je vader fijn vinden.
Dat zou zijn moeder fijn vinden.
Dat zal m'n arts fijn vinden.
Jij fijn vinden?
Ik ging het fijn vinden met hem.
Dat zal hij vast fijn vinden.