HIJ DEED - vertaling in Duits

• er tat
• er machte
• er hat
• er war
• er nahm
• er benahm sich
• er verhielt sich
• er ließ
• er gab
• geschah
• er trieb
• er legte
• er wollte
• er erinnerte
• er spielte
• er vorhatte
• er trat
• er brachte
• er führte

Voorbeelden van het gebruik van Hij deed in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Hij deed me dingen doen..
Er ließ mich Dinge tun.

Hij deed vreemd.
Er war seltsam.

Hij deed mijn mama pijn.
Er hat meiner Mom wehgetan.

Hij deed papieren, documenten, brieven, boeken….
Er nahm Papiere, Dokumente, Briefe, Bücher.

Nee, hij deed het voor mij.
Er tat es für mich. Nein.

Ja, hij deed het.
Ja, er machte es.

Hij deed mij een belofte.
Er gab mir ein Versprechen.

Hij deed een tijdje een beetje vreemd.- Nee.
Nein. Er verhielt sich seit einer Weile seltsam.

Hij deed alsof we niks hebben samen, alsof het puur zakelijk is.
Er benahm sich, als hätten wir vorher keine Beziehung gehabt. Es war einfach nur Geschäft.

Maar hij deed het niet.
Aber er war es nicht.

Hij deed z'n ring af, maar ik wist het.
Er nahm seinen Ehering ab, aber ich wusste Bescheid.

Hij deed het bij jou.
Er hat Ihnen das auch angetan.

Hij deed het, omdat het de waarheid is.
Er tat es, weil's die Wahrheit ist.

Hij deed het zes maanden geleden in het geheim.
Er machte das vor sechs Monaten, heimlich.

Hij deed alsof ik familie was.
Er ließ mich wie ein Teil der Familie fühlen.

Weet je wat hij toen deed?
Und was glauben Sie, was dann geschah?

Hij deed een belofte.
Er gab ein Versprechen.

Hij deed meteen al vreemd.
Er verhielt sich von Anfang an komisch.

Hij deed bijna alsof hij optrad.
Und er benahm sich, als gäbe er eine Vorstellung.

Hij deed altijd.
Er war immer.