Voorbeelden van het gebruik van Snapt het in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je overdrijft. Je snapt het niet, hè?
Je snapt het nog steeds niet. Niet bewegen.
Je snapt het niet.
Je snapt het niet, hè?
Je snapt het niet. Marge.
Je snapt het niet, Luther.
Je snapt het.
Je snapt het niet, hè?
Je snapt het niet. Waarom?
Je snapt het echt niet, hè?
Je snapt het echt niet, hè?
Je snapt het niet, hè?
Je snapt het niet.
En je snapt het niet, Viv.
Je snapt het niet omdat je niet volwassen bent.
Jij snapt het.
Hij snapt het niet.
Je snapt het niet, hé?
Je snapt het niet, hè?
Je snapt het toch niet.