Voorbeelden van het gebruik van Sticht in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Lk sticht die school morgen wel.
Zorg dat ik er niet nog een sticht.
Sticht geen brand.
Per ongeluk. Als jij per ongeluk een bosbrand sticht, is dat ook jouw schuld.
Ik ben ook gescheiden, maar ik sticht geen brand.
je weer brand sticht.
Als je zo graag een gezin wilt, ga dan weg en sticht er zelf eentje!
Sticht een nieuw land.
Xiao Yan sticht de Liang Dynastie(502-557) en vestigt zijn residentie in Nanking.
Sticht een gezin met onze helden.
De overeenkomst sticht een nieuwe Ierse Vrij Staat.
Het zal een factor zijn die wanorde sticht.
In pathologische termen, is hij een professionele fakkel, iemand die brand sticht voor winst.
De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht.
maar de liefde sticht.
is het alsof je een gezin sticht.
Trouw met haar, geef haar baby's, sticht een gezin.
Nee, jij bent degene die de branden sticht.
Het Sticht Weilburg kreeg een nieuwe verordening.
Het sticht was beperkt tot Kamerijk en het Kamerijkse.