Voorbeelden van het gebruik van Geld in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hij verdient zijn geld met de verkoop van heroïne aan schoolkinderen.
Met het geld van die Japanse klant?
Als ik niet aan geld kom, zit ik flink in de stront.
Er ligt heel veel geld in Zwitzerland dat zij gestolen hebben van de joden.
De belettering kostte geld, maar het rollenspel was gratis.
Ah, dat geld geven ze niet zomaar!
Het was veel geld, maar dit is 'n investering.
Maar ik heb geen geld, niet eens een chèqueboekje.
Ik ga geld vragen aan iedereen die dat vraagt.
We hebben al het geld uit de wasserette verplaatst?
Geld, of bloed van een slachtoffer of zo.
Geen geld, geen sieraden, geen elektronica.
Ben stuurt geld, ik werk bij oom Phil.
Ik blijf je geen geld geven voor elke meid die je zwanger maakt.
Margos is hier voor het geld, niet voor de invallen.
Ja, ik wil wat geld, voor de laatste 20 jaar!
Ik bood haar wat geld aan voor wat pillen.
Het geld van de ingang: volledige 50 CZK;
Weet je hoeveel geld ik heb verspild aan jouw waardeloze kinderen?
Zodra ik geld had, stuurde ik het naar huis.