Voorbeelden van het gebruik van Ik wil het in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wil het niet eens weten.
Ik wil het om drie uur hebben.
Ik wil het je wel vertellen, Emma.
Ik wil het voor niets ter wereld missen, schatje.
Ik wil het over mijn vriend hebben.
Ik wil het begrijpen.
Ik wil het er niet over hebben.
Ik wil het uit de woonkamer hebben.
Ik wil het allemaal terug.
Ik wil het nog honderd keer doen.
Ik wil het niet eens zeggen.
Ik wil het met je doen.
Maar ik wil het nu wel graag zien!
Verdomme, ik wil het met een jongen doen… shit!
Ik wil het echt geloven.
Ik wil het klein houden.
Nee, ik wil het helemaal zelf doen.
Ik wil het wel… maar ik denk dat je een bijbedoeling hebt.
Ik wil het niet eens weten.